Vertalingen anticiparse a ES>NL
anticiparse a (ww.) | anticiperen (ww.) ; vooruitkijken (ww.) ; vooruitlopen op (ww.) |
anticiparse a | vóór zijn |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `anticiparse a`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: prever